woensdag 2 mei 2012

Drieluik: 3 bevallingen, 4 kinderen, 1 zinloze verkrachting

 (3)

Een tweeling, of de zinloze verkrachting



 Regelmatig speelde de gedachte aan een derde kindje door mijn hoofd. Ik vond de eerste jaren met mijn dochters erg druk en miste de tijd om lekker te kunnen genieten van mijn meidenstel. 'Het is net alsof ik een tweeling heb,' verzuchtte ik regelmatig. 
Toen de oudste naar school ging werd het rustiger. Het leek me leuk om lekker rustig te kunnen tutten met een baby als de jongste straks ook naar school zou gaan maar een serieus verlangen was er niet. Onze uiteindelijke keus om te proberen een derde kindje te krijgen was nogal impulsief. Ik raakte meteen zwanger en dat overviel ons nogal. We hadden ons niet eens kunnen voorbereiden op, verlangen naar en verheugen op een nieuwe zwangerschap. Maar dit kindje was zeker welkom.

Ik belde de vroedvrouw van weleer op. Ze liet ons al met negen weken zwangerschap komen en ze had iets nieuws: een echoapperaat. We zouden meteen al ons babytje in spé kunnen zien! We keken verwachtingsvol naar het scherm. Ik zag een tweetal vlekjes, maar waar was nou het vruchtje?
'Zie jij wat ik zie?' vroeg de vroedvrouw.
'Is het een tweeling?!' vroeg mijn man ontzet.
Ze zei van ja. En ze zei: 'Dan moet je in het ziekenhuis bevallen.'
Ik weet niet of er in Nederland een wet bestaat waarin staat dat een ander mag bepalen waar ík mijn kinderen ter wereld zal brengen, maar dit zijn zaken die ik mij toen totaal niet afvroeg. Ik dacht alleen maar: 'Ik moet dus naar het ziekenhuis'. Ik probeerde nog wat kritische vragen te stellen, maar ik had geen flauw idee wat me te wachten stond. De rest van het consult hielden we ons sterk, maar toen we terug reden stortten we in elkaar. Het was teveel in één keer. Abortus was geen optie voor ons, maar we maakten een aantal dramatische dagen door voor we weer konden lachen. 

Die winter was ik vaak ziek, griep, verkouden, voorhoofdsholteontsteking etc. Vanaf de lente ging het goed en werd dit de prettigste zwangerschap van alledrie. Ik kwam maar 15 kilo aan. Ik had mijn bekkeninstabiliteit goed onder controle. Waarschijnlijk omdat ik nu full-time huisvrouw was en mijn werk kon aanpassen aan mijn lichaam. Ik kon tot het eind toe blijven fietsen en werd een bezienswaardigheid in het dorp. Vanaf een maand of zeven begonnen mensen verontrust te vragen wanneer die baby van mij in godsnaam zou komen. Ik droeg accentuerende kleding om zo veel mogelijk met mijn ronde buik te kunnen pronken. ik voelde me mooi. Het enige vervelende was dat ik veel last had van stress-incontinentie. Ditmaal las ik geen roze-wolk-bladen meer. Daar had ik nu helemaal de buik vol van (!) en ik ging er zonder meer van uit dat wanneer ik iets bijzonders moest weten, mij dat wel verteld zou worden. Er was geen haar op mijn hoofd die er aan dacht dat er bewust informatie voor mij achtergehouden zou worden. Mei en juni waren zeer warme maanden. De laatste twee weken zetten mijn enkels en voeten op van het vocht. Mijn moeder kwam logeren om te helpen.

Vanaf de jaarwisseling ging ik voor controles naar het ziekenhuis. Mijn vaste gynaecoloog was een man. Een vijftiger, schat ik, met een kaal geschoren hoofd. 
Het intrigeerde me. Waarom kiest een man voor dit werk? Ik probeerde hem wat te peilen, te doorgronden, maar er kwam weinig uit. De consulten duurden kort, want alles ging altijd goed. Hij keek meer naar de notulen op zijn beeldscherm dan naar mij en bleef mij hardnekkig met mijn man's naam aanspreken, terwijl ik gewend ben mijn eigen achternaam te gebruiken. Maar toch was hij niet onaardig. Hij had een beetje vaderlijke, beschermende attitude. Zo van 'papa weet wel wat goed voor je is.' Ik vond dat wel prettig, maar bleef het de hele zwangerschap door een bevreemdend gevoel vinden. Ik kreeg geen grip op mijn aanstaande bevalling. Kon me niet voorbereiden en had het gevoel achter de feiten aan te hobbelen. En dat terwijl er helemaal geen feiten waren. Alles ging toch goed?!
Ik stelde mijzelf gerust met de gedachte dat het ziekenhuis de veiligste plek is om een baby te krijgen. Vragen over mijn zwangerschap en op handen zijnde bevalling, werden steeds gesust met zinnen als: 'Maak je maar geen zorgen. Alles gaat goed.' 'Je vorige zwangerschappen en bevallingen verliepen ook allemaal goed. Het enige verschil is dat het er nu twee zijn.' 'Als de eerste er uit is, komt de tweede vanzelf.' Enz, enz.
Ik liet mijzelf in slaap sussen. Mijn lichaam en ik wisten hoe we moesten bevallen en over mijn babytjes hoefde ik mij geen zorgen te maken. Perfect!

Ik kreeg erg vaak een echo. We wouden graag weten wat het zou worden en al gauw kregen we iedere keer de bevestiging dat het ditmaal om twee heerschappen zou gaan. Het duurde niet lang of ik had een tondeuse in huis. Heerlijk: twee jongetjes. Natuurlijk zouden we met meisjes ook blij zijn geweest, maar s'morgens acht staartjes opbinden leek me wel wat veel! Op een gegeven moment lieten de echo's alleen nog maar een onoverzichtelijke babykluwen zien, maar het was wel duidelijk dat er een hoofdje voor de baarmoedermond lag, dus ik kon natuurlijk bevallen.

Op het laatst moest ik regelmatig aan een hartscan. Nou, ja, de baby's dan. Dat moet dan een half uur aaneen, maar omdat het steeds zo lastig werd gevonden om beide baby's en mama uit elkaar te houden, was ik er soms wel twee uur zoet. Ik werd er helemaal gaar van. Maar alles bleek altijd goed te zijn.
Op het einde van deze probleemloze zwangerschap stelde de gynaecoloog voor om de bevalling in te leiden. Ik herinner mij dit laatste consult nog goed. Ik was samen met mijn moeder gekomen en hadden er net weer zo'n scan sessie op zitten. Het was bloedheet en het was druk in de wachtkamer. Toen zag ik hem naar mij wenken vanuit de verte. Ik kon meteen mee. Fijn! 'Mag mijn moeder mee?' riep ik. Hij knikte ja. Toen we bij de spreekkamer elkaar de hand gaven zei hij :'Je ziet er stralend uit!' Ik was supervrolijk en supergevleid. Hij zei : 'Ik stel voor om de bevalling in te gaan leiden. Dat is standaard bij 38 weken bij een tweelingzwangerschap'. Ik vond het prima. Ik had genoeg van die hitte.

Wat houdt dat precies in dat inleiden? Wat zijn de voordelen en wat de nadelen? Zoveel nadelen? Is dat nou wel nodig? We zijn alle drie gezond!
Mijn twee andere kinderen zijn met 38/39 weken spontaan geboren. Is het dan niet waarschijnlijk dat dezen zich ook vlot zullen gaan melden? 
Helaas. Bovenstaande vragen zijn fictie. Had ik ze maar wel gesteld…

Ik kreeg een foldertje mee over inleiden. En ik heb die écht heel aandachtig gelezen. Ik maakte me zo'n beetje de volgende voorstelling: één keertje extra toucheren vanwege de gel en daarna komt er een gewone bevalling. Er zijn misschien wat meer mensen bij, maar ik ging er zonder meer van uit, dat ik op de hoogte zou zijn van naam, functie en reden van aanwezigheid. Echt waar. Was ik naïef?
Natuurlijk had ik destijds in de roze-wolk-bladen wel de verhalen van vrouwen gelezen die tijdens het inleiden of na het vliezen breken in een meedogenloze weeënstorm belanden. Dan dacht ik: 'goh, vervelend als je lichaam dit met je doet.' Verder niks.
En natuurlijk hield ik er rekening mee dat een bevalling zwaarder kan uitvallen dan verwacht, maar dat iedereen al zeker wist dat deze bevalling zwaar zou zijn, behalve ik zelf, dat wist ik niet. 
Thuis zei mijn man: 'Is dat nou nodig? Het lijkt me zo onnatuurlijk.' Ik sloeg het in de wind. Dan weet je van te voren wanneer je kind geboren wordt. Nou en?
De vroedvrouw kwam op bezoek. Ik had haar gevraagd om de nazorg bij mij te doen. Ik vertelde haar dat ik met een paar dagen ingeleid zou worden. 'En je hebt daar vrede mee?' vroeg ze. 'Ja, waarom zou ik dat niet hebben?' Verder werd er niet over gesproken. Ze zei dat ze bij de bevalling aanwezig zou zijn. 'Vraag ze maar om mij te bellen bij 6 cm ontsluiting.' Ik meende dat ze er bij wou zijn om mij te ondersteunen. Waarvoor anders? Tot op de dag van vandaag is het mij nog steeds niet duidelijk waarom ze nou eigenlijk zo graag bij mijn bevalling aanwezig wou zijn. 

Een paar dagen later liepen we om 8.00u de afdeling verloskunde binnen. Op de deur stond een bordje 'Verboden voor onbevoegden'. Het beloofde een mooie warme dag te worden en ik was, hoewel een beetje zenuwachtig, goedgehumeurd. Later bleek er op deze afdeling geen airco aanwezig, maar blijkbaar vond men het niet nodig om geplande bevallingen af te zeggen op zulke tropische dagen. Het voeteneinde van het bed stond nog net niet pal tegenover de deuropening. Ik vond dit heel vervelend. Achteraf staat die deur tegenover mijn vagina voor mij symbool voor deze bevalling en de attitude van de mensen die zich er mee bemoeiden. Na het nodige getut ivm hartscan van de beide baby's, werd om 9.30u de gel aangebracht. Dat was de eerste manuele penetratie van die dag. Er zouden er nog vele volgen. Maar dat wist ik toen gelukkig nog niet. Het leek erg rustig op de afdeling. We kregen drinken en uitleg over de bel. In de loop van de ochtend begon het een beetje te 'rommelen'. Rond het middaguur moesten we weer met ons drietjes aan de scan. Ik werd vastgeketend aan drie elektrodes. Eén per baby en één voor de weeënactiviteit. Het kostte enorm veel moeite om de juiste plekken te vinden, dus ik durfde mij amper te verroeren. Ik kreeg ook nog een infuus en ik was zo helder om te vragen waarvoor. Om mij vocht toe te dienen en als het nodig mocht zijn konden ze mij meteen weeënopwekkers toedienen. Het komt weleens voor dat de weeën stil komen te vallen. O ja? Dat wist ik niet. En waarom had ik vocht nodig? 'Dat is standaard', werd mij gezegd. Aha. Ik vroeg mij af waarom drinkvocht niet genoeg was, maar liet ze maar begaan. Deze wereld was zo vreemd en onoverzichtelijk. Omstreeks die tijd nam de weeënactiviteit toe en had ik 5 cm ontsluiting. Ik had hele goede weeën. En toen stond de gynaecoloog naast mijn bed en zei: 'We gaan even de vliezen breken en dan zet ik meteen een elektrode op het hoofdje van de eerste baby.' Misschien herinnerde hij zich ineens dat hij de bus nog moest halen? Of dat hij die avond uitgenodigd was voor een feestje? 

'Waarom die haast? Ik heb toch voldoende weeën? Wat is het nut van vliezen breken en wat zijn de consequenties? Waarom nóg een elektrode? Is die op mijn buik kapot dan?' Heb ik dat gevraagd? Welnee. Ik bevond mij nog steeds in de verdwaasde toestand dat ik geen andere keus had dan gewoon te doen wat men tegen mij zei. Bovendien wist ik niet dat dit een techniek was om een bevalling te doen versnellen en dat de weeën hier pijnlijker door kunnen worden. Ik had simpelweg geen idee. Dus deed ik braaf mijn benen uit elkaar, want ik vermoedde toch wel dat hij daar ergens moest zijn. Waarom, waarom moest dit toch?

Hij duwde zijn hand erg diep in mijn vagina. Ik dacht: 'O, mijn God. In wat voor wereld ben ik beland,' Ik zuchtte diep om te kunnen ontspannen en klampte mij vast aan het bed. Ik was bang dat hij mij anders helemaal omhoog zou duwen. Naast mij was mijn man stil aanwezig. 

'Waarom heb je toen in godsnaam die vliezen gebroken?!' vroeg ik 7 maanden later aan aan de gynaecoloog. 'Dat is standaard bij het inleiden,' zei hij en haalde zijn schouders op. Oftewel: wat maakt het uit........

Meteen nadat de vliezen gebroken waren, terwijl de gynaecoloog nog bezig is de elektrode op het hoofdje van de eerste baby te plaatsen denk ik 'Oei, wat heftig ineens?', maar ik meen dat ik wel de rust weer zal kunnen vinden om de weeën weg te puffen zodra die hand uit mijn vagina weg zou zijn. Ik vraag of mijn vroedvrouw gebeld kan worden bij 6 cm ontsluiting. Meteen stuift de verpleegkundige weg en ik denk: 'rustig maar, het kan nog wel een uurtje wachten!' 
Iedereen gaat weg en we zijn weer alleen, mijn man en ik. Al gauw krijg ik persdrang.  Ik zeg: 'Volgens mij moet ik al persen!' Ik word getoucheerd (alweer...). Nee, hoor nog maar 6 cm. Wanhopig klem ik mijn benen tegen elkaar, maar de vroedvrouw (inmiddels gearriveerd) duwt ze gedecideerd weer uit elkaar: met gespreide benen ontsluit het beter. De rest van de tijd houd ik mijn voeten om de bedranden geklemd.
Hoe kan ik het omschrijven, die pijn van de weeën twee en een half uur lang, zonder pauzes of pauzes te kort om op adem te kunnen komen. Volgens mijn herinnering ben ik al die tijd blijven puffen, maar een vrije keuze is het niet meer. Het is puffen of stikken. Het is niet te doen en niet te dragen. Mijn wil is allang afgehaakt en wil stoppen, maar dat lichaam gaat maar door en maar door en maar door en maar door......
Zo nu en dan is er een pauze, helemaal zonder pijn, waarin ik mij zelf voel weg zakken in een zalig niets. De eerste keer denk ik even dat dit nou dood gaan moet zijn, maar later besef ik ergens ver weg dat zelfs dát mij niet gegund is en dat die fijne diepe rust slechts tijdelijk is. Het benul en de kracht om hier tegen te protesteren is er niet. Adem om te schreeuwen van de pijn is er niet. Er gebeurt van alles met mijn lichaam en zelf heb ik niet meer de geringste zeggenschap hier over. Zo lang puffen in zulk warm weer maakt dat mijn mond pijn doet van de droogte. De vroedvrouw vraagt: 'Wil je wat drinken??' Ik schud mijn hoofd; geen tijd om te slikken. Alles is pijn en een andere gedachte is er niet. Er is geen plek voor de troostende gedachte dat ik dadelijk mijn baby's in handen zal hebben. De gedachte aan de baby's is op dit moment verder weg dan ooit. Alles wat buiten mij zelf gebeurt lijkt zo ver weg en onwerkelijk. Alsof ik andere mensen alleen maar zie op een kleine televisie aan het eind van de kamer. De twee vingers van mijn man in mijn hand waar ik in mag knijpen zijn er wel, maar ik voel ze niet echt. De hand van de vroedvrouw op mijn been word wel geregistreerd, maar de troost die er van moet uitstralen dring niet tot mij door.

Ze laten me dood gaan.
Regelmatig een hand in mijn vagina. Ik raak de tel kwijt. En mijn laatste restje waardigheid en zelfrespect. De meedogenloze warmte. Ik zweet zoals ik nog nooit van mijn leven heb gezweet. Mijn lange haren hangen in een lage staart in mijn nek en zijn kleddernat, maar niemand die op het idee komt om ze op te binden. Of vind men mij te vies om aan te raken? Een heel enkele keer zie ik mensen in het wit naar de machine naast mij kijken. Ik probeer ze te roepen met mijn ogen, maar ze zien mij niet. Ze kijken naar de machine. Op het laatst pas kan ik roepen: 'Help mij.' verschillende keren.
Ik hoor steeds 'sssssssst', maar word niet geholpen.

Ineens is het druk rond mijn bed. De witte jassenbrij stelt zich in een halve cirkel op rond de babyuitgang. Er worden grapjes gemaakt over mijn verlepte uiterlijk.
Het laken over mijn schoot wordt weggetrokken. Er wordt een schijnwerper op mijn vagina gericht. Wat is dit voor een vertoning? Waarom moet ik nog meer vernederd worden? Wat hebben zij er aan, en wat hebben wíj er aan, dat ze nu elke porie van mijn vagina kunnen waarnemen? Ik zie een tafeltje met mesjes een meter of zo van het voeteneinde van het bed. Ik heb er een heel goed uitzicht op. Ze doen van alles om het voor zichzelf zo makkelijk mogelijk te maken. Maar ik word hier steeds meer door belemmerd. Wie gaat er hier nou eigenlijk bevallen? Als dit mijn eerste bevalling zou zijn geweest, was het mij niet gelukt. Deze omgeving en deze benadering zijn zo vrouw-onvriendelijk, dat ik het als een wonder beschouw dat er vandaag de dag überhaupt nog baby's vaginaal geboren worden in een ziekenhuis. Elke medische 'deskundige' die maar niet snapt waarom vrouwen tegenwoordig steeds moeizamer bevallen zou eens op dat bed moeten gaan liggen, op zijn/haar rug. Zonder kleren aan zijn onderlijf en omringt door starende collega's, met een schijnwerper op zijn/haar anus gericht. En dan moet hij/zij eens proberen te gaan poepen. Dan zou er toch wel een lichtje gaan branden, neem ik aan? De medische hulpverlening rondom bevallen schiet zijn doel compleet voorbij!

Blijkbaar mag ik nu persen dus dat zullen we dan maar doen. Maar hoe moet dat zonder kracht, zonder reserves en in deze omgeving? Ik ben wanhopig op zoek naar het laatje met reserve-kracht, dat mij tijdens de voorgaande bevallingen zo goed heeft geholpen, maar er is niks te vinden. De laarsjes zijn dicht.
Ik zie wel een gele fontein op spuiten. Wat is dat, ben ik aan het plassen?? 'Ja, doorpersen!' De vroedvrouw 'doet' de bevalling. Eigenlijk kan ik die aanhalingstekens wel weg halen, want mijn bevalling is het allang niet meer. Ze praat kortaf tegen me; snauwerig. Mijn man houdt mijn linker been vast, de gynaecoloog de rechter. En toch gaat het best snel. Al gauw staat het hoofdje van de eerste baby. Ik voelde de ongelooflijke druk en rek op al het weefsel in mijn onderlichaam. Ik voel de scheurtjes in mijn vlees trekken. Grote consternatie om mij heen. Later blijkt dat de baby met zijn gezicht eerst naar buiten wil komen. Mijn man wordt naast mij weg gedirigeerd om met zijn digitale camera een foto te maken van mijn vagina. De vroedvrouw wil hier graag een foto van hebben. Man maakt een foto van de vagina van zijn vrouw. Hij doet het met flits. Ik wordt opnieuw vernederd, en ditmaal door mijn eigen man, mijn maatje, de vader van mijn kinderen. 

Een gezichtje heeft, zoals je wel zult weten, geen fontanelletje. De vroedvrouw roept om een mes. 'Deze?' 'Nee, die andere!' Ik zie de verpleegkundige een ander mesje uitzoeken, die ze aanreikt. De vroedvrouw snijdt snel. Ik voel hoe de snee wordt gezet. Ik voel een vreselijke, vreselijke pijn. 
Dus ik gil en roep 'AU' en dan 'AU!' en vervolgens 'AUAUAUAUAUAUAU!!!!!!!!!!!!!'
De gynaecoloog vraagt 'Waar doet het pijn??' Is hij gek geworden? Waarschijnlijk staat er in één of ander boekje dat het 'knipje' geen pijn doet. Als zij een vrouw horen gillen van de pijn, wat denken zij dan? 'Goh, het boekje klopt niet.' Of 'Goh, deze vrouw klopt niet?'

De gynaecoloog schudt aan mijn schouder. Ik kijk hem aan. Hij maakt een beweging naar tussen mijn benen. Ik zie hoe mijn baby uit mij komt en wordt opgevangen. Onmiddellijk wordt hij op mij gelegd. Dat voelt zo heerlijk; dat kleine, natte, warme lijfje. Hij heeft een dik, rond gezichtje Het is gezwollen en er zit bloed op (van mij, gelukkig niet van hem). Hij huilt driftig. De elektrode zit op zijn voorhoofd. Vlakbij zijn oogjes. 
'En, hoe heet deze jongen?' vraagt de gyneacoloog. Ik zoek naar adem, ik zoek na mijn stem. Waar is ie? Net had ik hem nog. Dan voel ik een nieuwe weeëngolf op zetten. Wat moet ik doen met mijn baby? Maar hij is al weggenomen. Het was misschien maar één perswee, een golf vruchtwater (weg deinzende witte jassen!) en baby 2 kwam er aan; in onvolledige stuit, 8 minuten na zijn broer. Als hij op mij ligt, zie ik zijn mooie gave hoofdje en fijn gezichtje. Hij is ook mooi. Hij jammert klagelijk met een erg hoog stemmetje. Ik bibber zijn naam en ontvang complimenten over onze naamkeuze.
Dit keer mag mijn man de navelstreng door knippen, bij zijn broer hadden 'zij' het snel even gedaan.

Er gebeurt nog van alles aan mijn vagina. Een hoop gehannes. Ze gaan hun gang maar. Ik wil niks meer van dat ding weten. De nageboorte komt. Men verwondert zich over het enorme formaat. Dankzij de blauwe plekken op het gezichtje van de eerste baby hadden we meteen vanaf het begin geen enkele moeite om onze zoontjes uit elkaar te houden, ook al zijn ze eeneiig. Hij had ook en litteken op zijn voorhoofd van de elektrode. Ik heb verschillende keren gevraagd of die elektrode niet in zijn oog terecht had kunnen komen. De ontkennende antwoorden hebben mij nooit gerust kunnen stellen.
Baby 1 woog bij zijn geboorte 3120 gram en was 49 cm lang. zijn Apgar-score was 9-10. Zijn broer woog 3180 gram en zijn lengte was 50 cm. Agpar-score ook 9-10. Er was dus geen enkele reden om ze met zoveel haast uit mijn lijf te moeten mangelen. 

In het allereerste begin was ik reuze trots op mij zelf. Ik had het gewonnen van de dood en extreme pijnen én twee prachtige kindjes op de wereld gezet. Een schouderklopje zou wel op zijn plaats zijn meende ik. Mijn man uitte zijn standaard complimenten, maar dat vond ik wel een beetje lauw. Was hij dan niet bang geweest dat hij mij zou verliezen?! De aangezichtsgeboorte was een complete verrassing voor me. Ik wist niet eens dat een baby zo geboren kon worden. Ik vond het onbegrijpelijk dat er hier geen enkel woord aan werd verspild. Het 'knipje' dat zo'n pijn deed was naar mijn idee een overbodige, maar excuses vond men blijkbaar niet nodig. Ik bestond niet. De kamer was al gauw leeg.

Iemand hechtte het 'knipje' en sprak onderwijl op zachte geamuseerde toon met een mee kijkende stagiaire. De vroedvrouw deed zeer enthousiast over het mooie naaiwerk. Ik heb hier inderdaad geen fysieke last van gehad. Voor ze weg gaat omhelst ze me. Ik ben al te versteend om er op te kunnen reageren. Ik vond haar hypocriet. Als ik dood was gegaan had er niemand een traan om mij gelaten. De gynaecoloog komt nog even langs. 'Het is goed gegaan, hè?' en hij schudt mijn man de hand. Ik kan me echt niet meer herinneren of hij mijn hand ook heeft geschud. Alleen de kinderarts die de kindjes heeft onderzocht, bukte naar mijn niveau om míj te vertellen over de jongetjes. Ik vond dat fijn. Eindelijk iemand die mij zag. Ging vragen stellen om haar bij mij te houden.
Er was personeelsgebrek dus ik werd heel kort gedouched en verder verzorgd door een onbeholpen, goedhartig persoon, die zei dat ze het allemaal ook niet wist, maar er wel voor zorgde dat ik de broertjes aan de borst kon leggen. Dat was fijn. Ze dronken goed, die kleine schatjes. 'Had ik een weeënstorm?' vroeg ik aan de langs stuivende verpleegster. 'Welnee!' zei ze en haalde haar schouders op. Ik voelde me afval.

Toen we thuis kwamen liep mijn moeder ons tegemoet en ik voelde de tranen in mij opwellen. Toen zag ik achter haar twee ranke kleuters in hun pastelkleurige pyamaatjes naar buiten glippen. Mijn dochters! ik slikte mijn tranen in. Laat ze alsjeblieft nooit een kind willen. Laat ze in godsnaam steriel blijven!
We gingen in de huiskamer zitten en de baby's werden uitgebreid bewonderd door hun zussen. Ze hielden hun broertjes heel teder vast en keken ademloos van bewondering naar de kleine poppetjes. Er kwam een kraamverzorgster om mij naar bed te brengen. Het was een moederlijke vrouw, die er onmiddellijk voor zorgde dat ik boven kwam in bed. Er móest iemand achter mij lopen op de trap. Als ik liep voelde het alsof er een mud aardappelen heen en weer rolde in mijn onderbuik. Ze leerde mijn man hoe hij mij schoon kon spoelen nadat ik had geplast. Vervolgens leerde ze hem hoe hij voor mij moest lopen en mij moest ondersteunen als ik er 's nachts uit moest. Zo goed en zorgzaam was ik nog nooit behandeld! We waren er met zijn allen confuus van. En toe lag ik eindelijk in mijn heerlijke waterbed. Wat was ik toch moe! Nog even de broertjes voeden voor ik ging slapen. De naweeën deden zo'n pijn dat ik er misselijk van werd en zij pakte een kom en hield mij vast, terwijl de rest van de familie stilletjes toe keek. Van mij mocht ze wel voor altijd blijven, maar helaas, ik zou haar niet meer terug zien. Ze was niet de vaste verzorgster. Die zou morgen komen. Ze nam afscheid met een omhelzing. Die nacht waren de broertjes heel rustig. Toch lag ik de hele nacht wakker. 

De hele kraamweek werd er niet over de bevalling gepraat. Dat was lekker makkelijk want dan hoefde ik er ook niet over na te denken. Het was net alsof er helemaal geen bevalling was geweest! Eén vriendin, die op kraamvisite kwam in de eerste week, probeerde met mij te praten over de bevalling. Ik weerde het af. Ze probeerde het opnieuw. Toen kwam de vroedvrouw binnen en ging het gesprek over de tepelhoedjes, die zij helemaal niks vond. Gehaast deed ik ze af. Ik voelde mijn vriendin naar mij kijken. De volgende dag ging ze op vakantie en zou ik haar een paar weken niet spreken. 
De kraamverzorgster stelde voor de broertjes om beurten aan te leggen en om beurten een flesje te geven en ik was zo uitgeput dat ik het idee met beide armen omhelsde. Na een etmaal wisselvoeding was ik er helemaal klaar mee en schakelde volledig over op de fles. 

Toch blijf ik mij schuldig voelen. Huilden ze wel vanwege honger.? Huilden ze niet om míj? Voelden ze dat ik hun geen liefde en bescherming kon geven omdat ik op slot zat? Zodra ik mij probeerde te openen voor mijn kinderen, voelde ik de negatieve emoties opkomen. Het besef dat niemand mij zou missen als ik dood zou zijn en dan sloot ik mij weer af. Vanaf de eerste volledige flesvoeding werden het heel andere babytjes. Rustige veelslapers, met ingebouwde regelmaat, zoals ik gewend ben en hele verklaarbare verdrietjes. Modelbaby's. Zíj stonden de roze wolk niet in de weg.

We waren thuis gekomen met een hele stapel papieren. Eén was voor de kraamhulp, een andere voor de vroedvrouw, een volgende voor de huisarts. Voor ons bleven twee kleine afgescheurde kladbriefjes over met wat summiere gegevens over de jongens. Ik vroeg aan mijn man of we helemaal geen bevallingsverslag hadden gekregen. Hij zei van niet. Ik vond het maar raar dat ik zelf geen verslag van mijn eigen bevalling had gekregen. Verdacht zelfs. Hadden ze iets te verbergen? Hebben ze iets met mijn lichaam gedaan wat ik niet mag weten? Maar misschien zocht ik er te veel achter en is dit gewoon weer opnieuw het bewijs dat men mij die dag niet als mens heeft gezien maar gewoon als een vagina met een casus. Natuurlijk hebben ze mij geen verslag mee gegeven. Heeft iemand ooit een vagina zien lezen?!

Na een week ging de kraamverzorgster weg. Mijn moeder ging een paar dagen naar haar eigen huis. 
Na 1½ week was ik voor het eerst een dagje alleen met al mijn kinderen. En ik huilde de hele dag. Brak helemaal stuk. Mijn man kwam thuis. Ik zei hem dat ik die afschuwelijke bevalling maar niet kon vergeten. Hij schrok zich rot. En ging vervolgens meteen in de verdediging. Er zou namelijk regelmatig aan mij zijn gevraagd hoe het met mij ging en ik had iedere keer 'goed' gezegd. Daar kon ik mij helemaal niks meer van herinneren! Mijn moeder belde op om te vragen hoe het ging met de broertjes. Ik vertelde haar, ongevraagd ook hoe het met mij ging. Daar keek ze niet van op. 'Het is heel normaal dat een ingeleide bevalling zo pijnlijk is.' zei ze. 
'Waarom heb je mij dat niet eerder verteld?' vroeg ik. 'Ik wou je niet bang maken.' zei ze. 'Je had het mij moeten vertellen!' Ze zei dat ik maar moest accepteren dat dit zo is gebeurd, want het moest nou eenmaal zo.

Ik ging er over te praten met vouwen in mijn omgeving en kreeg steeds te horen dat extra pijn logisch was bij een ingeleide bevalling. Ik maakte een afspraak met de gynaecoloog. Ik wist zeker dat er een vergissing in het spel was en dat hij was vergeten mij goed voor te lichten en dat hij daar nu excuses voor zou geven. 
Dit gesprek vond ± 3 weken na de bevalling plaats. Ik ging alleen. Hij was niet geïnteresseerd in mijn verhaal. Hoefde niet van zijn fouten te leren, want die had hij niet gemaakt. Vond het blijkbaar raar dat ik er over wou praten. De kindjes zijn geboren, niemand heeft lichamelijke schade, dus waarom zitten we eigenlijk hier?
Hij begon met te vragen hoe het met de jongens was. 'Goed.' Als die vraag gesteld wordt, wordt ik wantrouwend. Wil de vrager inderdaad weten hoe het met ze gaat? Of is dit een hint om aan te geven dat er nu er twee gezonde jongetjes zijn geboren dat er verder niets of niemand meer is, die er toe doet?
Hij wees mij er op dat deze bevalling mijn keuze was geweest en dat het van hem niet per se had gehoeven. Een zin die ik letterlijk heb onthouden was: 'Dit waren hele normale weeën, die moeten prima te doen zijn, maar blijkbaar heb ik jou verkeerd in geschat.' Hij vertelde mij niet tot waartoe hij mij dan wel had ingeschat, maar het was meer dan duidelijk dat ik niet aan een bepaalde norm voldeed en dat ik mij daar eigenlijk heel erg voor moest gaan schamen. En natuurlijk had ik een ruggenprik kunnen krijgen, maar daar had ik wel even om moeten vragen. Wíj vonden dat het wel lekker vlot ging. Ík vind een standaard ruggenprik niet nodig, want de meeste vrouwen vinden dit toch prima om te doen…
En de stelling: 'De meeste vrouwen beschouwen de weeën van een ingeleide bevalling als pijnlijker als die van een normale, maar wel als prima te doen.' 
Subjectieve pijnbeleving, dat zou het volgens hem kunnen zijn geweest. Subjectieve pijnbeleving vond ik een belachelijke term. Zeg dan maar gewoon dat ik kleinzerig ben! Maar ik begrijp nu dat deze term juist heel erg op mij van toepassing is. Het zijn namelijk de omstandigheden rondom deze bevalling, die het voor mij zo pijnlijk en traumatisch maakten. Hoofdschuddend bekeek hij het schema waarop de weeën geregistreerd stonden. Dat ging echt niet te snel, voldoende pauzes tussendoor, kortom, niks aan de hand. Hij gedroeg zich zakelijk, maar vriendelijk. Vaderlijke klopjes op de arm. Ik mocht niet zeggen dat deze bevalling in scène was gezet, zodat mijn kinderen, heel efficiënt voor vijf uur 's middags geboren zouden worden. En ik mocht niet zeggen dat ik door hen niet als mens werd gezien. Maar nu, twee jaar later denk ik er nog precies zo over.
Hij zegt: 'Wellicht heb je een postnatale depressie.' 

Een postnatale depressie is een prettige uitvinding. Bij elke vrouw die kritiek heeft op haar behandeling schuiven we het gewoon af op de hormonen. Klaar. 
Toen ik vragen begon te stellen over de rest van de bevalling, haalde hij zijn schouders op. Waarom? Was hij mijn bevalling alweer vergeten, vond hij hem niet de moeite waard of vond hij dat ik mij niet met zijn zaken moest bemoeien omdat míjn bevalling zíjn zaak is? Elke zin die hij uitsprak had een onthutsende uitwerking op mij. Toen ik na een uur naar huis liep was het alsof ik mij op drijfzand bevond. Ik voelde mij geraakt in iets wat ik niet kan omschrijven, maar wat in de kern ligt van mijn wezen. Het duurde weken voordat ik de indrukken van dit gesprek op een rijtje kon zetten. Dat deze bevalling niet noodzakelijk was geweest. Dat deze bevalling ons alleen maar ellende heeft gebracht. Dat ik mijn kinderen ook op een veiliger, waardiger en liefdevollere manier op de wereld had kunnen zetten. Dat ik, nu ik weet wat ik tóen had moeten weten, deze bevalling niet had gewild. Dat alles wat er die dag met mij is gedaan en ín mij is gedaan, tegen mijn wil is gebeurd. Ik ben verkracht.

Begrijp me goed. Ik hou zeer veel van mijn kinderen. Als het moet zou ik voor ze willen sterven. Maar alleen uit vrije wil en niet omdat iemand anders vind dat ik dat maar moet doen. En dan ook alleen maar ten bate van mijn kinderen en niet voor het ziekenhuis. Ik begon veel te internetten. Ik werd lid van het forum van de Nederlandse Bond Voor Meerlingouders. Daar was ik het meest op zoek naar lotgenoten. Die waren er niet. Of eigenlijk waren ze er wel, maar hadden ze er vrede mee dat dit was gedaan. Omdat ze er zelf bewust voor hebben gekozen. Of werden bijgestaan door aardig personeel, dat stond aan te moedigen tijdens het baren. Of gewoon omdat het 'moest'. En er was ook iemand die haar ingeleide bevalling prettiger vond dat haar 'gewone'. Dus zulke vrouwen zijn er ook. Ze toonden wel begrip en ik kon veel met ze mailen. Ik vond het vreselijk te moeten ontdekken dat het inleiden van een bevalling ook meer risico's op complicaties met zich mee brengt. Ik dacht aan het gekneusde gezichtje van de eerste van de tweeling. Vriendinnen toonden ook begrip. 'Natuurlijk had je een ruggenprik moeten hebben.' zeiden ze. Het koste me toen nog erg veel moeite om woorden te vinden voor mijn gevoel dat die ruggenprik er op zich niet toe deed, dat ik die zelfs niet had willen hebben, maar wel het feit dat ik hier zelf niet voor had kunnen kiezen. Eén vriendin heeft twee keer een keizersnee gehad, maar begreep mij zo goed. 'Meid, dat ze van alles met je doen, zonder dat je van hoe of wat is verteld; ik begrijp dat zo. En dan had jij er ook nog die píjn bij!' Maar de meeste mensen vonden het raar dat ik er zo over bleef tobben en er zo veel over praatte. Een buurvrouw zei: 'Zet het nou maar gauw van je af, want je kinderen worden hier ongelukkig van en dat is dan jouw schuld.' Ik voelde mij gevangen in de onuitgesproken mythe dat, wanneer je gaat klagen over je bevalling, je hiermee eigenlijk aangeeft dat je niet van je kinderen houdt. Hoe zwaarder je bevalling, hoe meer je jezelf voor je kind opoffert; een des de betere moeder je bent. Maar ook mijn kinderen hebben geleden onder hun geforceerde geboorte.

Er gebeurde nog iets vreemds. Ondanks alle belemmeringen had ik een geweldige prestatie volbracht, maar ik kreeg er niet de credits voor. Niet alleen de mensen die getuige waren van mijn overwinning op hun ongevraagde bemoeienissen, meenden gelijk te hebben met mij te kleineren en te bekritiseren, maar ook de mensen in de wereld om mij heen. De maatschappelijke attitude ten opzichte van een ziekenhuisbevalling is zeer vreemd. Men vindt dat het ziekenhuis de bevalling heeft gedaan en niet ik. Alsof de tweeling nog steeds in mijn buik had gezeten als de gynaecoloog de bevalling niet had ingeleid. 'Welke gynaecoloog heeft jouw bevalling gedaan?' vragen ze dan. En dan noemde ik braaf de naam van 'mijn' gynaecoloog. Terwijl die man nog nooit een bevalling heeft gedaan, het waarschijnlijk ook nooit zal gaan doen en het meer en meer duidelijk is dat hij ook totaal geen verstand van bevallen heeft. Als ik had gezegd: 'Dr A heeft van alles gedaan om mijn bevalling te saboteren, maar desondanks is het mij toch gelukt!' was dat meer de waarheid geweest. 

Mijn man vond ook dat ik dit van mij af moest zetten.' Je gaat mensen kwetsen met wat je zegt,' zei hij. 'En ik dan! Wat zeggen ze allemaal wel niet tegen mij. Mag ik wel zomaar gekwetst worden?!' Ik verweet hem dat hij helemaal geen foto's had gemaakt van vlak na de bevalling. Helemaal geen broertje op de buik, of zo. Alleen maar die walgelijke kutfoto. Die beavershot! Wat ben jij voor een vent, die zijn vrouw zo te kijk zet?! 'Maar ik heb het wél gefilmd!' zei hij.
Is dat zo? We gingen samen naar de film kijken. En dat was heel mooi. Want de geboorte van de jongens op zich was een heel mooi moment. We zaten er hand in hand naar te kijken. Na afloop was ik zelf heel ontroerd. Maar nu was mijn man in een mineur. Het viel hem nu pas op hoe ik werd genegeerd zei hij. Dat er niet of nauwelijks op mijn vragen werd gereageerd. Dat men wel erg druk bezig was met mijn vagina, maar dat er naar míj niet werd gekeken. 'Op het moment zelf viel het mij niet op, want ik was zo trots op jou.' zei hij. Vanaf dat moment begon hij naar mij te luisteren en konden we weer met elkaar praten. Hij gaf toe dat hij zich op het eind van de ontsluitingsfase best wel zorgen om mij had gemaakt. Ik was onrustig en niet bereikbaar. Maar de vroedvrouw had hem geruststellend toe geknikt en daaruit maakte hij op dat dit allemaal heel normaal was en had hij zijn zorgen van zich afgezet.

Ik belde de vroedvrouw op. 'Gaat het niet goed met je? Goh, en je was zo stoer. ' Aha. Alweer iemand die mij blijkbaar verkeerd heeft ingeschat. 
Ze kwam meteen. Ze had een meisje mee. Een stagiaire of zo. 'Hoe gaat het met de jongens?' 'Goed.' Ze bleek niet verbaasd dat het mij allemaal zo was tegen gevallen. Dat was heel normaal in zo'n geval. Een ingeleide bevalling kan pijnlijk uitpakken omdat je lichaam en geest nog niet klaar zijn voor de geboorte, wist ze heel slim te vertellen. En: vrouwen hebben vaak het gevoel dat hun bevalling is afgepakt. Wat ik tóen klinklare onzin vond (was het maar waar, zeg!), maar ik zie er nu wel iets in. sterker nog: zelfs mijn lijf hebben ze afgepakt! Ze vond het de schuld van het ziekenhuis en van mij. 'Natuurlijk hoefde je nog niet ingeleid te worden. Dat had ik je ook wel kunnen vertellen! Natuurlijk had je die gynaecoloog niet moeten vertrouwen. Dat had ik je ook wel kunnen vertellen!' Ja, dat had ze kunnen doen. 'Natuurlijk had dat gesprek geen enkele zin. Dat had ik je ook wel kunnen vertellen. Dacht je nou echt dat die vent denkt dat jíj wat belangrijks had te vertellen?!' Ik vroeg haar waarom ze mij dit niet eerder had verteld. Ze zou het wel gedaan hebben als ík niet zo zeker van mij zelf was geweest, zei ze.
Ze verontschuldigde zich niet voor het gebrek aan voorlichting. Ook zij vond dat ik mijn trauma aan mij zelf te danken had. Opnieuw zakte ik een stukje verder weg in het drijfzand. En toch gaf ik haar die foto mee. Waarom deed ik dat? Tja. Iedereen leek het zo vanzelfsprekend te vinden dat dit met mij is gedaan, dat mijn vagina niet meer voelde als iets dat van mij zelf is. Er zijn zoveel dingen mee gedaan zonder een fatsoenlijke reden of uitleg. Het was publiek bezit geworden.
Die foto kon mij op dat moment gewoon niet meer zo veel schelen. En zij wou toch zo graag dat het gemaakt werd? 'Praat er met je moeder over,' zei ze.
Ik kijk wel uit. 'Moeders begrijpen álles,' zei ze. De vurigheid waarmee ze haar afkeur over het ziekenhuis uitbraakte was verbijsterend. Waarom verwijst ze haar patiënten dan door naar dit ziekenhuis als ze er zo over denkt? 

Een week of 3 later doe ik tijdens de nacontrole een verslag van mijn bevalling. Later bleek dat deze co-assistent bij de bevalling aanwezig was geweest! Dat zei ze toen niet, dus ik vertel dingen die zij allang wist. Aangekomen bij het 'knipje' vroeg ze verschrikt: 'Maar werd je niet verdoofd dan?!?' Nee. 'Jakkes!' zegt ze.
Had ik daar óók om moeten vragen? Vanwege mijn gedram over die inhumane bevalling haalt zij de gynaecoloog erbij. Na de nodige armklopjes, verwijst hij mij door naar een ziekenhuispsycholoog. Een man die veel verstand had van weeën, zei hij. Een man. Maar ik ga. Te lam om voor mij zelf te kunnen oordelen.
Ik praat met hem een heel uur over de weeën. Ondertussen vóel ik dat die weeën allang mijn probleem niet meer zijn. Maar ik kan dat gevoel nog niet onder woorden brengen. Het is een aardige, integere man. Als er onduidelijkheid ontstaat over mijn naam (op mijn dossier staat nog steeds mijn mans naam, maar ík heet anders), pakt hij een pen en maakt in een paar seconden een eind aan dit misverstand. Dat had de gynaecoloog natuurlijk ook wel even kunnen doen. Ík had natuurlijk ook wel even tegen hem kunnen zeggen dat hij dat moest doen!

Mijn dochters vermaakten zich prima in de zomervakantie. Normaal zijn het niet zulke poppenmoedertjes, maar nu speelden ze erg veel met hun poppen. Het was vertederend om te zien hoe lief ze er over moederden. Ze speelden ook 'geboren worden'. Regelmatig zagen ze mij huilen. Eerst schrokken ze er van. 
'Mama heeft verdriet, maar dat komt niet door jullie.' zei ik dan en na een poosje raakten ze er aan gewend. Elke dag deed ik een baby in het badje. Met grote blauwe ogen keek het jongetje toe terwijl de tranen over mijn gezicht liepen. Na een poosje wist ik mijn verdriet beter in te bakenen. 
Een bepaald moment voel ik mij echter zo depressief dat ik mij zorgen maakte over mij zelf en maakte een afspraak met de huisarts. Ik kreeg een kille ontvangst. Wederom iemand die niet geïnteresseerd was in mijn verhaal. Haar oordeel luidde als volgt: 'De meeste vrouwen vinden deze pijn prima te doen (hele bekende woorden!), maar jij dus niet. Dat moet je maar accepteren, of je verzuurt maar.' Ze zei er nog wel bij dat ze het erg jammer zou vinden als ik zou gaan verzuren.
Ze zei dat vrouwen van te voren waarschuwen geen zin heeft. 'Dat maakt ze alleen maar bang.' Toen ik even later begon te vertellen dat ik mij nu al zorgen begon maken over de dag dat één van mijn dochters mij zou komen vertellen dat ze zwanger is, viel ze mij, alweer, in de rede. Nee, want dan kun je ze waarschuwen.....?

Na afloop voelde ik mij fysiek ziek van de stress. Het drijfzand sloot zich boven mij. Het was alsof ik stikte. De boodschap dat deze verkrachting normaal en legaal werd gevonden was onverdraaglijk. Hoe denken zulke mensen over mijn kinderen en mij? Zijn wij dan zo minderwaardig? Het is ook het enige moment geweest dat ik er serieus even over dacht om zelfmoord te plegen. De huisarts schreef mij anti-depressiva voor. Na 3 dagen ben ik daar mee gestopt. Ik werd er ziek van en bovendien: liever depressief dan gesmoord. Een paar maanden na deze preek ontving ik de nota thuis. Ik schreef een pinnige brief, waarin ik haar duidelijk maakte dat ik dit gesprek totaal niet de moeite waard vond om voor te betalen. Ze belde op. Ze eiste excuses. Die kreeg ze niet. Als ik er zo over dacht kon ik maar beter een andere huisarts gaan zoeken, zei ze. Want anders voorzag ze vreselijke problemen wanneer ik met één van al mijn kindjes bij haar zou komen. Verwachtte ze moeilijkheden van mijn kant of was dit een verkapte bedreiging? We zullen het maar bij het eerste houden en ik ging op zoek naar een andere huisarts.

Een kennis op een forum had over mijn geval gehad met haar gynaecoloog. Die had tegen haar gezegd dat ik naar de klachtencommissie van mijn ziekenhuis moest gaan. Uiteindelijk besloot ik dat te doen. Er volgde een gesprek met de voorzitster van de klachtencommissie. Ik kon mijn klacht toelichten en zij legde de officiële procedure uit. Het was een zakelijke mevrouw, maar ik kreeg op zich niet de indruk dat ze mij niet welgezind was. De ziekenhuis psycholoog vond het heel verstandig van mij dat ik een klacht had ingediend. Wel vond hij het beter dat mijn behandeling bij hem beëindigd zou worden, vanwege de 'besmette' relatie. Ik stemde in. Ik had via een kennis een therapeute gevonden, bij wie ik veel begrip ondervond. Ik vroeg aan haar: 'Ik weet dat ik deze bevalling goed heb gedaan, maar toch voelt het als één grote mislukking. Hoe kan dat toch?!' 'Dat komt door de mensen om je heen.' zegt ze. 'Jij hebt een topprestatie verricht, maar het enige wat zij tegen jou zeggen is wat jij helemaal tekort schiet. Volgens hen ben jij te kleinzerig, te goedgelovig en te dom. Daardoor ben jij dat ook gaan denken.' 
Het was geen reguliere therapie, waardoor dit niet werd vergoed. Achteraf denk ik dat ik toen te vroeg ben gestopt met deze therapie. Wel jammer.

Pas in maart van het volgende jaar kwam het tot een vervolg bij de klachtencommissie: twee gesprekken. Eén met de klachtencommissie en daarna één met gynaecoloog zelf. Ik had namelijk nog steeds geen schriftelijke of mondelinge overdracht gekregen over mijn bevalling. Hoewel de gynaecoloog mij had onderworpen aan een tal van standaard procedures ontkende hij stellig dat hij mij had behandeld als een object. Dit werd geaccepteerd. De huisarts die in de klachtencommissie zat zei dat het helemaal niet waar was dat een ingeleiden bevalling pijnlijker of anders verliep dan een normale. En dat van die complicaties zei hem ook niks. Verpletterend! De conclusie was dat ik op het verkeerde been ben gezet door andere ervaringsdeskundigen. Daarmee bedoelden ze andere moeders en het was duidelijk dat hetgeen zij te vertellen hadden van ondergeschikt belang is ten opzichte van wat de gynaecologie er over heeft te vertellen. Wat denken ze dan? Dat moeders liegen, of zich aanstellen, of zijn ze gewoon te dom om te kunnen voelen wat ze voelen? Notabene de gynaecoloog zelf voelde zich genoodzaakt om in te grijpen. Hij benadrukte meerdere keren dat dit in sommige gevallen toch echt wel waar was. Maar 'ik had het haar niet verteld, want ik wilde haar niet bang maken.' Deze verklaring werd geaccepteerd. Oftewel: een vrouw kan maar beter het risico lopen verkracht te worden dan hier bang voor te zijn. Hij zei dat ik wel hulp zou hebben gekregen als ik had gezegd dat ik het zo zwaar had, 'maar ze zei niks.' Ik protesteerde. Ik had wel degelijk aangegeven dat dit niet goed voelde. Maar er werd niks mee gedaan. Ik keek naar mijn man. Hij moest me helpen. hij moest zeggen dat hij zich zorgen over mij gemaakt had. Maar hij zei niks. Ze gingen over op een ander onderwerp… Ik was te overrompeld door dit alles om goed voor mij zelf op te kunnen komen. Goed geïnformeerd worden beschouwde ik toen nog als enkel een moreel recht. Ik weet nu dat het ook een juridisch recht is. Een arts is bij wet verplicht zijn patiënten goed voor te lichten, niet om de waarheid heen te draaien en vragen niet te ontwijken. Als ik toen wist wat ik nu weet had ik dit anders aangepakt. De voorzitster van de commissie was juriste, die zou het wel geweten hebben. Tijdens het gesprek kwam aan de orde dat ik de folder over pijnbestrijding niet had gekregen. Excuses. Dat had wel gemoeten.
O ja, het inleiden was wél absoluut noodzakelijk. Waarom dan wel, hoefde hij niet eens uit te leggen!

En lange tijd later kwam er nog een gesprek met de gynaecoloog alleen. Ik was ditmaal zo verstandig om mijn man mee te nemen. Tijdens dit gesprek leek het hem ineens héél erg onwaarschijnlijk dat het inleiden zoveel pijn had veroorzaakt. Het feit dat de eerste baby met zijn gezicht kwam, was een veel waarschijnlijker oorzaak. 'Ik weet het niet. het is geen exacte wetenschap.' zei hij nu. En daarin geef ik hem groot gelijk. Maar ik vind het wel een opmerkelijke uitspraak voor een man, die in het dagelijks leven blijkbaar niks beters heeft te doen dan zijn cliënten te onderwerpen aan een reeks van standaard procedures en protocollen. Natuurlijk mocht ik best weten wat er allemaal met mijn bevalling is gedaan. Hij zou zijn patiënten heus niet bewust van informatie onthouden, hoor. Maar de meeste vrouwen hebben daar geen behoefte aan. Die letten wél op. Hij zei nog een keer met klem dat ik er echt niet ingeluisd was vanwege voor hem praktische motieven. 'Maar,' zei hij steels 'Het komt natuurlijk wel mooi uit als dit toevallig zo gebeurd.' Jaja. Hij was zelfs een keer zo vermetel om mij 'lief' te noemen. En hij boog zich voorover om mij een klopje op de arm te geven. Ik hief mijn hand op om hem af te weren, want zijn vaderlijke maniertjes vond ik allang niet meer prettig; alleen maar kleinerend en onderdrukkend. Ik weerde hem af en toen zaten we zomaar hand in hand! Ik durfde niet naar mijn man te kijken.
Ik dacht aan die hand die toen zo diep in mijn vagina zat en begon te huilen. Want terwijl ik daar hand en hand zat met mijn gynaecoloog besefte ik ten volle hoe legaal hij mij had verkracht. Een gynaecoloog mag dit gewoon doen. Hij hoeft geen goede motivatie aan te dragen om zijn hand in mijn vagina te schuiven. Het feit dát hij gynaecoloog is, is de motivatie. Hij heeft zonder mijn toestemming te vragen (want toestemming geven zonder goed geïnformeerd te zijn, ís geen toestemming) mij mijn zeggenschap over mijn lichaam ontnomen en het geforceerd. In mijn ogen is hij geen haar beter dan een man die een vrouw seksueel verkracht. Of je het doet vanuit lust of vanuit gemakzucht, er is in mijn ogen geen verschil. Maar de wereld om mij heen, de maatschappij vind van wel.
En daar heb ik helemaal niks tegen in te brengen. 

Ik hoor het mij zelf nóg zo zeggen tijdens het gesprek met de klachtencommissie: 'Als ik van te voren had geweten wat ze allemaal met mij zouden gaan doen, was ik wel thuis gebleven. Dan had ik de jongetjes wel in mijn eentje gebaard.' Men deed zijn best de schampere lachjes wat te verbergen en ging er verder niet op in. Dit was een onzin-opmerking. Dat was duidelijk. Maar ik wist dat ik het had kunnen doen. Er zat geen enkel positief element bij de hulp, die mij was opgedrongen.
Ik had de klachtencommissie gevraagd om een uitspraak te doen. Daarin stond dat de informatie voorziening wel iets beter had gekund. Ongeveer een jaar na de geboorte van de broertjes ontving ik een brief die was ondertekend door de directeur van het ziekenhuis. Daarin werd mij excuses aangeboden voor het feit dat ik niet goed was voorgelicht. Ze zouden hun maatregelen nemen om te voorkomen dat dit nog een keer zou gebeuren. Namelijk: De patientenfolder over pijnbestrijding zal worden aangepast.

Twee jaar na de geboorte van de jongens vond ik een kort berichtje van iemand in mijn mailbox. Ze had mijn verhaal gelezen en schreef in een paar zinnen precies de juiste woorden, die mij eindelijk het gevoel gaven dat er dan toch iemand was die mij begreep. Ik mailde haar terug. Ze schreef me dat er vrouwen zijn die bewust zonder medische assistentie bevallen. Ik was verbaasd en geschokt. Is dat niet heel erg gevaarlijk?! Oa van haar leerde ik dat:
* Het inleiden van een geboorte, het risico op een kunstverlossing met 15% doet toenemen, in vergelijking met een ‘normale‘ geboorte
* Het manueel breken van de vliezen indalingsproblemen kan veroorzaken (zoals een aangezichtsligging)
* Dat bewegingsdrang een hele gezonde fysieke reactie is om indalingsproblemen te voorkomen en dat je hierdoor alsnog je baby naar de goede weg kunt helpen; de ultieme wijsheid van je lichaam en de natuur. En nog veel en veel meer...
En toen dacht ik: Dat zouden meer vrouwen moeten weten, maar hoe breng ik dat goed over? Ik begon met het plannen van een eigen zwangerschapscursus, maar stuitte steeds weer op het probleem angst: Het is de angst voor de geboorte die er voor heeft gezorgd dat wij mensen er gekke dingen mee zijn gaan doen. Hoe haal je die angst weg? Toen kwam ik tijdens mijn research HypnoBirthing tegen, een zwangerschapscursus die het antwoord geeft op deze vraag.
En nu ben ik HypnoBirthingpractitioner. 

                                      
 


Drieluik: 3 bevallingen, 4 kinderen, 1 zinloze verkrachting

 (2)

Het tweede kind, de bijna perfecte thuisbevalling



Onze dochter was een half jaar oud, toen ik last begon te krijgen van een vreselijke vermoeidheid. Ik raakte maar niet uitgerust. Rond Oud en Nieuw opperde mijn man dat ik misschien zwanger zou kunnen zijn. Ik wuifde dat weg. Doe normaal zeg! Ik zat hier niet echt op te wachten. Ik vond het behoorlijk heftig om mijn draai te vinden in het moderne moederschap en begon het leven net weer een beetje leuk te vinden. Ook waren we net bezig met verhuizen. We gingen weer naar de praktijk van Esther. Het was alsof we er gisteren nog waren geweest. Esther had ook een nieuwtje. Ze was in ook verwachting en zou rond mijn uitgerekende datum zelf nog met zwangerschapsverlof zijn. Wat grappig.

Het hele voorjaar was ik vaak ziek. Elke griep die dochter op liep op de creche gaf ze meteen door aan mij. Al gauw werd ik weer net zo tonnetje rond als tijdens mijn vorige zwangerschap. De soepkleren uit die tijd kwamen goed van pas. De bekkeninstabiliteit speelde weer op, maar ik ging nu eerder op de rem staan en werkte nog een tijdje door op therapeutische basis. Wederom stortte ik mij vol hartstocht op de roze-wolk-blaadjes en rukte elke blije doos aan die er te krijgen was. Ook deze keer liet de pretecho zien dat er een meisje op komst was. Heerlijk. Precies wat ik wou! Ik kocht alvast wat leuke zomerjurkjes in de uitverkoop voor de volgende zomer. We gingen op zoek naar een verloskundige praktijk in mijn nieuwe woonomgeving. Ik belde als eerste een eenpersoonspraktijk. De vrouw aan de lijn had een vriendelijke, warme altstem. Ja, ze deed ook cliënten in mijn toekomstig dorp en ja, ze had nog plek voor mij. We maakten een afspraak. Het was vlot geregeld. Na de verhuizing gingen we er heen. Deze verloskundige noemde zich zelf vroedvrouw. Ze had praktijkruimte aan huis. Het was een gezellige en knusse ruimte. De vroedvrouw was een wat oudere vrouw. Ik schatte haar al een eind naar de 60 toe. Ze was moeder van 5 kinderen. Dat gaf me vertrouwen. Ze was een ervaringsdeskundige.
Ik wandelde met dochterlief in de wandelwagen kleine stukjes door mijn nieuwe woonomgeving. Lopen en al het andere ging erg moeizaam in de laatste periode, door mijn zwaarte, maar vooral door het feit dat de baby heel diep ingedaald lag in mijn bekken. Ik voelde een constante zware druk in mijn bekken en had soms het gevoel dat ze er bijna uit zou vallen! De vroedvrouw kon haar hoofdje niet voelen. Ze stelde voor om het vaginaal te gaan voelen, om zeker te weten dat ze niet in een stuit zou liggen. Ik stemde toe. Ze voelde het hoofdje meteen. Ze zei dat zodra er een wee begon we haar moesten bellen omdat de geboorte waarschijnlijk heel snel zou gaan. Het was duidelijk dat zij een stortbevalling verwachtte. Soms kwam ze bij ons thuis voor een consult. Wel zo prettig. Ze bekeek het boven bij ons en zij dat ik wel kon gaan bevallen op het logeerbed op de overloop. Het logeerbed voldeed voor geen meter aan de officiële regels, maar dat deerde haar niet. Fijn. Vanaf het moment dat ik 38 weken en 4 dagen zwanger was voelde het voor mij alsof ik overtijd was. Ik werd ongedurig. Om mij wat af te leiden stelde mijn man voor om een eindje te gaan autorijden op zondagmiddag. Dochter deed haar dutje achterin en wij reden een leuke route langs de Maas. Ik voelde steeds kleine krampjes in mijn buik. Zou het nu gaan beginnen? De zondag eindigde. De maandag ging voorbij. 

Op dinsdagmorgen werd ik ongeveer om 2 uur 's nachts wakker. Ik voelde duidelijke weeën. Ze waren niet pijnlijk. Ik wou eigenlijk gaan slapen, maar ik kon de rust niet meer vinden. De vroedvrouw had immers gezegd meteen te bellen. Ik fluisterde net zo vaak 'Ben je wakker?' tegen mijn man tot hij wakker werd. 
De vroedvrouw kwam. We gingen in de keuken zitten met een grote kan thee en begonnen gezellig te kletsen. We hadden hele boeiende gesprekken zo in het holst van de nacht. Op een gegeven moment merkte ze dat ik bij vlagen niet mee deed. De weeën begonnen om meer concentratie te vragen. Ze stelde voor om alvast naar boven te gaan. Toen ze me toucheerde had ik nog niet zo veel ontsluiting. Het nieuws deed me niks. Ik vond het niet veel; ik vond het niet weinig en weet nu dus echt niet meer hoe veel het was. Ik zat op het logeerbed en concentreerde me op de weeën. Om me heen was het rustig. Het weinige wat er om heen gebeurde stoorde me niet. De vriendin die had beloofd op dochter te passen werd gebeld. De kraamhulp kwam. Er werd gezucht en gegaapt.

De vroedvrouw ging de vliezen breken bij 6 cm. Waarom? Ik had geen idee. Ik vroeg er niet naar. Ik ging zo op in mijn lichaam dat er niks wezenlijks tot me door drong. Nadat de vliezen waren gebroken zat ik op een steeds natter wordende stapel onderleggers. De weeën bleven hetzelfde. In een heerlijk ritme. Precies op mijn maat gemaakt. Ze waren perfect. Ik hoefde dan ook niet te puffen. Me er op concentreren was voldoende. De krant werd bezorgd en werd gretig gelezen door mij man, de vroedvrouw en de kraamhulp. Er werd wat gegeten en gedronken. Alweer gezucht en gegaap. Mijn vingers begonnen te tintelen. Volgens de vroedvrouw kon dat op hyperventilatie duiden, dus pufte ik zachtjes mee. ik voelde dat het nu niet lang meer zou gaan duren. Opeens was er veel actie om me heen. De vroedvrouw zei dat ze het laatste stukje zou gaan strippen. Ik dacht niks en vroeg niks. Ze deed het voor mij, zei ze. 'Want je hebt zo je best gedaan, maar het heeft nu wel lang genoeg geduurd.' Is dat zo? Ik wist van niks. Strippen? Geen idee wat dat was. Ik werd tussen de benen van mijn man gemanouvreerd, met mijn rug tegen zijn buik. Ik liet ze maar begaan, deinde nog rustig mee op die prima weeën. 'Dit gaat pijn doen,' zei ze nog.

Het deed pijn als de hel. Het was alsof ik kapotscheurde. Ik schreeuwde mijn longen uit mijn lijf, maar ze bleef door duwen. De kraamhulp hielp mee door mijn stuiptrekkende lijf in bedwang te houden. Onmiddellijk kwam er en vloedgolf aan persdrang over me heen. Ik bleef schreeuwen en schreeuwen. wat doet dat pijn als je niet mee kunt persen! Ze praatte tegen me. Heel nadrukkelijk. Door de mist van pijn keek ik haar aan. Ze was mij aan het uitleggen hoe ik moest persen!
Is dat mens gek geworden?! Denkt ze nou echt dat ik kan persen tijdens dat strippen?! Smerige oude heks! 
Het persen duurde 20 minuten. Ik perste het fijnst als ik mijn voeten tegen de schouders van de vroedvrouw en kraamhulp plaatste en mij daar tegen afzette. Steeds maar weer zei ze dat ik dat niet moest doen, maar bij iedere perswee deed ik het weer; expres! Ik lag erg ongemakkelijk tegen mijn man aan. Bij het persen kreunde hij mee. Dat deed hij expres, zei hij later. Om mij te steunen. Haha!
Om 10.00 werd onze tweede dochter geboren. Ze werd meteen op mijn buik gelegd. Zo klein, zo warm. Ze huilde zachtjes….En ze was beeldschoon.
Ze werd aangelegd, hapte meteen toe en begon te drinken. Onmiddellijk begon alles in mijn lichaam te tintelen en voelde ik onzichtbare, sprankelende banen uit alle hoeken van mijn lijf naar mijn borst stralen, naar dat lieve, gretige mondje. Wat heerlijk was dit!
Pas 3 kwartier later werd de placenta geboren. Daarvoor had ze me gekatheteriseerd. Dat las ik in het verslag. Ik was het alweer vergeten. Ik weet nog wel dat ik heel erg lang lag te wachten; koud en trillerig. Ik had een klein scheurtje dat gehecht 'moest' worden. Blijkbaar was er iets mis met de verdoving, want de laatste hechting voelde ik van het begin tot het eind door mijn vlees trekken. Ik gilde het uit. opnieuw. Toen kon ik niet meer ophouden met huilen. Ik jammerde dat ik moe was en koud was en dat ik naar mijn bed wou. Ik liep tussen de kraamhulp en mijn man naar mijn bed. Daar kreeg ik schoon goed aan, een grote flap tussen mijn benen en ik werd een beetje opgefrist. Wat een gedoe. Eindelijk kon ik liggen in mijn heerlijke waterbed. 
In het verslag staat: 'Geen vlotte, doch ongestoorde ontsluitingsperiode'. Maar zo denk ik er niet over. Ik vind een bevalling van 8 uur niet lang. En ongestoord was hij zeker niet! Als je er op zit te wachten is 8 uur natuurlijk wel erg lang. ik denk dat ze het zat was en naar haar bed wou. Maar dat mag geen reden zijn om mij zoveel pijn te doen.

Ik heb naderhand nooit meer nagedacht over de bevalling. Had ik dat wel gedaan, dan zou ik toch wel hebben begrepen dat ik deze vrouw absoluut niet meer bij mijn kraambed had moesten vragen. Iemand die meer gericht is op haar eigen gerief dan op dat van haar patiënten is geen goede hulpverlener.
Maar ik dacht niet na en zodoende belde ik haar weer op bij mijn derde zwangerschap.


..

Drieluik: 3 bevallingen, 4 kinderen, 1 zinloze verkrachting

 (1)

Het eerste kind, een poliklinische bevalling



Ik wist altijd al dat ik ooit moeder zou gaan worden en vond een partner die ook zeker wist dat hij ooit vader zou gaan worden. Wanneer, daar hadden we het nooit over. Toen ik bijna 30 was begon ik er toch serieus over na te denken. Mijn partner schrok, want hij was nog lang niet zo ver. Maar na een paar maanden was hij aan het idee gewend geraakt en vanaf de jaarwisseling gingen we proberen zwangeren te raken. Ik kocht een boekje over zwanger worden en rekende mijn vruchtbare dagen uit. Rond die tijd moesten we 'het' om de dag doen. Dan zou het toch wel moeten lukken. In datzelfde voorjaar werd duidelijk dat mijn vader, die al een paar jaar aan kanker leed, nu echt terminaal ziek was. Dat gaf wel wat meer druk op onze kinderwens. Eerst dacht ik: 'Als hij zijn kleinkind nog maar kan vast houden.' En toen eenmaal duidelijk werd dat dit onmogelijk zou zijn: 'Als ik het hem dan in elk geval nog maar kan vertellen.' Hij wist wel van onze kinderwens. Dat deed hem veel plezier. Toen mijn vader overleed was ik een week overtijd. Ik logeerde een tijdje bij mijn moeder en omdat ik erg last had van bandenpijn vertelde ik het haar al gauw. Ze was erg verheugd. Ik merkte dat ze verlangde naar een jongen. Een jongen die op mijn vader zou gaan lijken. Ik glimlachte naar haar en smachtte naar een meisje.
De eerste maanden waren zwaar. Ik kon niet slapen, vanwege de dood van mijn vader. Op het laatst was ik zo moe, dat ik overdag alleen maar op de bank kon liggen. Toen ik eenmaal weer wat kon slapen kwam de misselijkheid opzetten. Al gauw merkte ik dat ik minder misselijk was als ik veel at. Dus ging ik veel eten. Ik ben deze zwangerschap 28 kilo aangekomen. Ik droeg wijde kleren om mijn dikheid te verbergen. Ik voelde me helemaal niet thuis in dat enorme lijf.
Vanaf de twaalfde week kwam ik onder medische controle bij een verloskundige praktijk, waarin drie jonge vrouwen als verloskundige werkten. Ik had een vaste verloskundige, Esther, maar moest soms ook bij de twee andere op consult om elkaar te leren kennen, want in geval van nood zouden zij het van Esther overnemen. Esther leek wel aardig. We spraken af dat ik poliklinisch in het ziekenhuis zou gaan bevallen. We woonden op een steenworp afstand van het ziekenhuis en bovendien waren wij krap behuisd. Ons waterbed werd ongeschikt bevonden om op te baren. We bezochten een informatieavond van dat ziekenhuis. Er was veel uitleg over de verlostang en de vacuümpomp. We zeiden niet veel tegen elkaar toen we weer naar huis gingen.
Toen de misselijkheid wat hanteerbaarder werd diende zich een nieuw probleem aan: een steeds meer toenemende pijn onderin mijn rug. Esther wist meteen wat het was: bekkeninstabiliteit. Ze zei dat ik rustig moest blijven door bewegen. Rustig door bewegen, hoe doe je dat als je in de verzorging werkt? De pijn werd maar erger en erger. Toen ik met 23 weken zwangerschap op mijn werk stond te huilen van de pijn, stuurden mijn collega's mij naar huis en ik ben er tijdens de zwangerschap niet meer terug gekomen. Ik kreeg fysiotherapie. Een meisje masseerde mijn rug. Ik had niet het idee dat het veel hielp, maar liet haar maar begaan. Ik zei tegen haar dat ik dacht dat mijn spieren overbelast waren door de combinatie van de verweekte bekkenbanden en mijn werk. Maar dat lag anders, zei ze. 
De rust hielp mij meer dan de fysiotherapie. Evenals het heerlijke waterbed waar wij op sliepen. Zo'n waterbed is ideaal. Ook als je zwanger bent. Ik vond het ook lekker om in bad te gaan. De baby in mijn buik begon dan meteen te bewegen. Ze rolde naar mijn hand toe als ik die tegen mijn buik hield. Het was leuk om zo samen te spelen.
Met 25 weken lieten wij een pretecho maken. Ik wou zo graag weten wat het zou worden. Ik verlangde zo ontzettend naar een meisje, dat ik dacht: als het een jongetje wordt moet ik het nu weten, want dan kan ik mij daar op instellen. Ik moet blij zijn met mijn baby en absoluut niet teleurgesteld zijn om het geslacht. Het bleek inderdaad een meisje. fantastisch! Ik las erg veel roze-wolk-blaadjes; kon er geen genoeg van krijgen. Op het laatst wist ik precies wat er van mij verwacht werd, maar had ik er nog steeds geen idee van wat mij te wachten stond.

Op een ochtend ontdekte ik een beetje bloedverlies. Ik was toen 38 weken en 4 dagen zwanger. Ik belde naar de praktijk. Esther legde rustig uit dat dit betekende dat de bevalling één dezer dagen zou kunnen beginnen, want ik had de slijmprop verloren. In de loop van de middag voelde ik mijn buik zachtjes en regelmatig samenknijpen. Het deed geen pijn. Ik deed de strijk en ruimde wat op. Daarna ging ik koken. Mijn man kwam thuis en ik vertelde hem dat de weeën begonnen waren. Hij schrok zich rot! Die avond deed ik gewoon mijn dingetjes en legde de laatste hand aan de kraamcadeautjes. We dachten dat het misschien wel handig zou zijn als ik Esther zou laten weten dat de weeën begonnen waren. Dan kon ze er rekening mee houden. Esther deed nu helemaal niet rustig en ook niet geduldig. Ze zuchtte diep aan de telefoon en zei dat het nog wel tot morgen zou gaan duren eer het kind zou gaan komen. Ze zei dat ik een rustig en ontspannend bad moest gaan nemen en dan moest gaan slapen. Daarna verbrak ze de verbinding. Beteuterd keken we elkaar aan. Nou moe.
Inmiddels begonnen de weeën zich nadrukkelijker aan te dienen en leek het bad me geen gek idee. Ik soesde wat in bad. Een half uurtje? Ik kon de weeën hier goed opvangen, maar toen werd het water koud. Mijn man stelde voor om samen op het bed te gaan zitten. Het lukte me niet meteen om uit bad te komen. Ik voelde dat mijn buik helemaal hard was. Blijkbaar had ik ook weeën die ik niet voelde. Mijn man hielp me met afdrogen en we gingen samen op het bed zitten. Ik leunde tussen zijn benen met mijn rug tegen zijn buik. Ik pufte met de weeën mee. Dit had ik geleerd op de zwangerschapsgym. Ik merkte dat mijn man de weeën zat te klokken met zijn horloge. Om half 1 in de nacht vroegen we ons af of we toch Esther niet moesten bellen. We durfden niet zo goed. Zíj rekende pas op de volgende dag en zíj kon het weten. Niet waar? We belden toch maar. Mijn man zei dat ze mee viel aan de telefoon en meteen zou komen. Toen Esther boven kwam, om 1 uur 's nachts, bekeek ze mij aandachtig en vroeg 'Hoe is het?' Ik mompelde dat ik waarschijnlijk een erg lage pijngrens had en dat ik me niet kon voorstellen dat ik dit een hele nacht zou kunnen volhouden. "Ik zal je gaan toucheren om na te gaan hoe ver je bent," zei ze. Het was de allereerste keer dat ik getoucheerd zou worden, maar het heeft geen schadelijke indruk bij mij achtergelaten. Ik weet nog wel dat mijn man op de overloop heen en weer drentelde om ons wat privacy te gunnen.
En toen bleek dat ik al 8cm ontsluiting had!! Jippie! We moesten nu meteen gaan, anders haalden we het ziekenhuis misschien niet.
In de auto gingen de weeën rustig verder. Bij het ziekenhuis verkreukelde ik mijn 1,80 meter lange en massale lijf in een klein, ongeriefelijk rolstoeltje. De weeën lieten me nog steeds niet in de steek. Ik bleef aldoor door puffen. We reden door een verlaten ziekenhuis. In de verloskamer schikte Esther wat spulletjes en belde de kraamzuster.. Al gauw mocht ik persen. Tijdens de persweeën deed ik super mijn best. "Kom op baby", dacht ik dan, "deze is voor jou en voor mij." Tussen de weeën door zakte ik in en sliep bijna. Na de bemoedigende woorden 'Ik zie het hoofdje al,' leek er geen vooruitgang te komen. 'Nog wat harder persen.' hoorde ik haar steeds zeggen. Mijn man die naast mij stond zei: 'Kom op schat. Nóg iets harder persen!' Ik dacht: "Ik pers me het leplazarus, stelletje lamzakken." Maar ik hield mijn mond en probeerde nog harder te persen dan hard. Toen zei Esther: "Bij de volgende perswee zal ik een klein knipje zetten, maar ik zet hem zo dat je hem niet zal voelen." En ze had gelijk. Bij de daaropvolgende perswee braken de vliezen en werd onze dochter geboren. Het was half drie 's nachts en ik had 3 kwartier gepersen, maar het voelde voor mij veel korter. Onze dochter werd meteen op mijn buik gelegd. Ze huilde zachtjes 'lala', en smakte daarna luid op haar duim. Zeven jaar later duimt ze nog steeds! Zo klein, zo warm! Esther deed een dun rietje in haar mini-neusje en begon zelf aan de andere kant te zuigen. 
Het was een prettige ontspannen sfeer. Amke werd bewonderd om haar schoonheid en mijn man knipte de navelstreng door. Onze dochter deed braaf mee aan de testjes, maar lag ook veel bij mij. Er was aandacht voor mijn verhaal en vragen.

Even later kwam de kraamhulp met een schaapachtige grijns binnen. We probeerden de baby aan de borst te leggen. Maar wat we ook probeerden (2 vrouwen die aan mijn tepels stonden te trekken!), het lukte niet. Er zou ons in de weken die volgden nog erg veel borstvoedingsellende te wachten staan… 
Ik lag erg lang te wachten met mijn benen opgetrokken. Ik had het koud en mijn benen trilden enorm. Ik kreeg een injectie in mijn bovenbeen. Ik heb die na al mijn bevallingen gehad en ik heb geen flauw idee waarom. Niemand heeft me hiervoor toestemming gevraagd of zelfs maar over geïnformeerd. Eindelijk werd ik verdoofd en daarna gehecht. Onze dochter was erg rustig en gedwee. Ik had nog nooit zo'n kleine en stille baby gezien! 
Rond de klok van vijven mochten we met haar naar huis. Haar slaapkamertje lag vlak naast de onze. We durfden haar niet in onze waterbed te leggen en naast ons bed was geen plek voor haar ledikantje. De volgende dag legden we haar in het nestje van de wandelwagen naast ons bed, maar zo slim waren we toen nog niet. 
De hele nacht lagen we naar haar kleine babygeluidjes te luisteren.

Een nieuw leven in Nederland, verhaal van een vader

Wij zijn een gelukkig gezin, woonachtig in Nederland, dat op verschillende manieren in botsing is gekomen met de medici. Dit verhaal beschrijft het verloop van de geboorte van onze zoon: de leuke dingen, de minder leuke dingen, maar vooral hoe het eraan toe kan gaan in Nederland. Zelfs in Nederland…Hoe het wordt voorgespiegeld en hoe wij dit hebben beleefd.

Mijn vrouw is een van oorspong Sri-Lankaanse en is opgeleid in de geneeskunde. Ze is vanaf haar baby-tijd in Nederland en ook Nederlands opgevoed. Een ras-brabander met een zachte ‘g’, maar dan met een andere kleur zeg ik altijd maar. Ze heeft 10 jaar genoten van haar medische opleidingen en daar veel kennis opgedaan van meerdere facetten van de gezondheidskunde.

Daarnaast is ze werkzaam geweest in diverse functies waarvan haar laatste een complicatie in haar rug heeft opgeleverd. Het zware tillen en de lange uren hebben er mede voor gezorgd dat ze uiteindelijk een hernia operatie moest ondergaan. Hoogst waarschijnlijk heeft het afdwingen dat ze na 3 weken weer moest gaan werken ervoor gezorgd dat ze 2 jaar daarna voor de tweede keer moest worden geopereerd. Ze was toen 27. Het raken van een zenuw leidde tot uitval in een van haar benen waardoor ze deels in een rolstoel terecht kwam.

Na twee jaar ziekte ben je dan je baan kwijt waar je keihard voor hebt gewerkt maar die wel deels verantwoordelijk is voor je ‘ziekte’. Door maatschappelijke druk is ze toen ook nog min of meer geforceerd om een derde operatie te ondergaan.

We zijn een jaar bezig met de mallemolen die fertiliteitsbehandeling heet. Dit is ook het jaar waarin mijn vrouw uiteindelijk in België werd geopereerd om haar rug te laten vastzetten (Spondelodese). Mede hierom zijn we gestopt met de fertiliteitbehandeling. Helaas zullen sommige mensen goed begrijpen dat een fertiliteitsbehandeling vooral veel vervelende momenten, teleurstellingen en gênante gesprekken kent. Rond die tijd wordt ook diabetes type 2 bij haar geconstateerd. Ze kampt in die tijd met veel pijn en de lompe behandeling voor een pijnbestrijdende ingreep in een ziekenhuis in Nederland heeft ertoe geleidt dat we in België uitkwamen. En ja, ook vanwege de belachelijke wachttijden in Nederland van een jaar…

Vlak na de operatie blijft ze maar misselijk en begint de mogelijke oorzaken hiervoor af te lopen, wat haar ook een zwangerschapstestje liet doen. We hadden inmiddels nog een kilo liggen vanwege de fertiliteitsbehandelingen…. Om twee uur ’s nachts maakt ze me wakker om me te melden dat we zwanger zijn. Tot nu toe de beste manier om wakker te worden voor mij!

Net als waarschijnlijk bij andere stellen komen dan de gesprekken op gang betreffende de naam, maar ook natuurlijk hoe we ‘het’ gaan doen: ‘De bevalling’. Waarop mijn reactie is, “hoezo thuis bevallen? waarom niet ‘normaal’ in het ziekenhuis?” Toen nog onwetend over dit onderwerp en mijn kijk op de zaak besmet door de media en maatschappij.

Onze voornaamste reden om uiteindelijk thuis te gaan bevallen zijn enerzijds het verlies van vertrouwen in de geneeskunde vanwege het verleden en anderzijds dat we zelf de regie willen voeren over hoe onze baby wordt behandeld tijdens en na de geboorte.

We kijken diverse documentaires gekeken en zoeken informatie op internet. Alle smaken komen aan bod. Van traumatische ziekenhuisbevallingen tot aan het andere extreem ‘orgasmic birhting’ wat ons dan weer een stap te ver is. Wij kunnen ons goed vinden in ‘hypnobirthing’ en volgen een cursus.

Als man is ervaar ik het actief zijn in overdenken hoe dadelijk de bevalling gaat gebeuren een zeer goede manier om voor te bereiden op wat komen gaat.

Maar dan volgen er verplichte gesprekken met de gynaecologen die worden opgedrongen door de diabetes type 2; de mindere kanten van zwanger zijn. Van totaal ongeveer 14 gesprekken zien we slechts een aantal keer een bekend gezicht. Voor de rest is het steeds iemand anders waar we dan ook weer dezelfde vragen moeten beantwoorden. Ook erg pijnlijk is het voor de 7e keer te moeten uitleggen dat het eerste kindje van mijn vrouw al na 3 weken is overleden. Vermoedelijk door ademhalingsproblemen en de vertraging doordat de eerste hulp haar niet serieus nam toen ze voor de 4 keer dezelfde avond langs kwam.

Uiteindelijk krijgen we de kans om onze wensen ten aanzien van de geboorte te bespreken:

1. Thuis in het water met hypnobirthing
2. Natuurlijke geboorte met alle bewegingsvrijheid en maximaal contact met moeder of vader voor binding
3. Geen medische ingrepen indien niet per se nodig bij baby en niet bij moeder

De eerste gesprekken met de gynaecoloog hierover in week 20 komen rauw op ons dak. Niets van de 3 punten hierboven is mogelijk.
Punt 1a: Thuisbevallen niet mogelijk vanwege medische indicatie diabetes 2: omdat de baby en/of moeder een verhoogde kans heeft op een hypoglycaemie en ter preventie beiden aan een infuus moeten.
Punt1b: "Vanwege een slechte rug kun je niet uit het water komen. Bovendien kan de geboorte  zelf niet in het water omdat de gynaecoloog er dan niet goed bij kan".
Punt 1c: "Hypnobirthing? Dat kan prima in ons ziekenhuis. Maar wat is het ook alweer?"
Punt 2a: "Bewegingsvrijheid? Ja hoor dat kan, maar wel een schedelelectrode".
Punt 2b: Standaard moet de baby preventief 24 uur in couveuse op een andere afdeling om een eventuele hypoglycaemie te kunnen behandelen.
Punt 3: Standaard preventief infuus bij moeder om de glucose op pijl te houden. Standaard bij 37 weken zwanger inleiden.

De vervolggesprekken lopen uit op een onderhandeling over de periode van inleiden alsof we in Turkije op de markt staan. De uiteenlopende meningen, de geblufte en soms zelfs tegenstrijdige statistieken hebben ons ertoe gezet om een eigen onderzoek te doen. Enerzijds om het kaf van het koren te scheiden van de dingen die ons worden verteld door de gynaecologen, anderzijds om een eigen mening te vormen over het onderwerp op basis van onafhankelijke informatie.

Dit levert een 48 pagina-tellend geboorteplan met stukken onderzoek, blogs en referenties. Die oa laten zien dat:
1. De kans op hypoglycaemie vlak na de bevalling is inderdaad 3 keer zo hoog. Maar wat er niet bij werd verteld is dat deze kans stijgt van slechts 0,01% naar 0,03%. En dat er een remedie is om dit te voorkomen door prenataal gekolfde moedermelk te geven als bijvoeding wordt al helemaal niet verteld.
2. Thuis bevallen kan niet omdat de gynaecoloog niet thuis komt. Wie wel thuis kunnen komen zijn verloskundigen maar die ‘mogen’ de bevalling niet overzien vanwege de medische indicatie, VIL-richtlijnen. Doen ze dit toch en er gaat iets fout, dan kan hij/zij de BIG-registratie verliezen. Een verloskundige loopt dus teveel risico.
3. Een preventief infuus heeft een aantal voordelen:
a. Voordelen voor de arts:
- Gemakkelijk toedienen van medicatie via infuus
- Suikerspiegel kan goed in de gaten gehouden worden
- Bij complicaties is een infuus alvast aangelegd
b. Voordelen voor de moeder:
- Totaal aantal keren insuline toedienen is minder
c. Nadelen voor de arts:
- niet bekend
d. Nadelen voor de moeder:
- ontneemt grotendeels de bewegingsvrijheid die juist zo belangrijk is voor een natuurlijke bevalling
4. Hypnobirthing in het ziekenhuis is een grote uitdaging vanwege de eerdere trauma’s in het ziekenhuis en 'witte jassen' die komen storen en je uit je concentratie halen.
5. 24 uur preventief observatie met infuus is over de top. In het geval van hypoglycaemie zal voeden een oplossing bieden. Een infuus is alleen maar nodig als de baby niet zelf kan drinken. Een ‘speciale’ bloedsuikermeter hebben we zelf, deze kan prima op de baby gebruikt worden.
6. De moeder is perfect ingesteld voor haar bloedsuiker: altijd onder de 7 en een HBA1c van 32.
7. Tijdslimieten voor bevallen lijken alleen de agenda van de gynaecoloog te begunstigen. Indien de baby en moeder nergens last van heeft is er geen reden tot paniek of ingrijpen.
8. In de laatste weken vindt er nog een enorme groei en ontwikkeling plaats in de hersenontwikkeling van de baby. Het is maar de vraag of het gunstig is voor de baby om deze ontwikkeling te verstoren door deze vervroegd buiten de baarmoeder te laten plaatsvinden.
9. We willen ons kind graag zelf laten aangeven wanneer het klaar is om geboren te worden in plaats van het te dwingen voortijdig geboren te worden.

Een andere gynaecoloog wil wel onderhandelen over in welke week de inleiding zal plaatsvinden; hij wil tot week 39 gaan.

Onze mening over inleiden is heel helder; alleen inleiden als er een echte noodzaak voor is. De baby groeit niet te hard, er is genoeg vruchtwater en het hartje klopt prima. De baby komt wel als deze klaar is. De baby moet de kans krijgen om te volgroeien en bij 37 is dat nog niet zo ver.

Onze mening over inleiden of bijstimuleren met synthetisch oxytocine is ook heel helder: er kleven voor ons te veel risico’s aan: synthetisch oxytocine leidt tot veel heftigere weeën dan natuurlijke weeën, waardoor de baby in paniek kan raken en de moeder minder goed om kan gaan met de pijn en de kracht van de weeën. Bovendien krijgt de baby veel minder tijd om zich goed aan te passen aan het geboortekanaal, waardoor een kans op een kunstverlossing, een knip en het KISS syndroom bijzonder hoog wordt. Indien het helemaal niet lukt dan is het enige alternatief een keizersnee. Wij zien synthetisch oxytocine als het begin van een sneeuwbaleffect van perinatale medische ingrepen.

De gesprekken in ons eerste ziekenhuis lopen stuk en we kiezen een ander ziekenhuis, waar ook kraamsuites zijn. Niet dat de protocollen hier significant anders zijn, maar deze kraamsuites lijken gunstiger voor ons. Zoals dat er een couveuse aanwezig is IN de kraamsuite.  Het willen inleiden blijft.

Voor ons is er dan nog maar één alternatief: 'per ongeluk' thuis bevallen zonder hulp. Dit lijkt ons veiliger dan allerlei witte jassen die voor stress zorgen en de totale ontspanning in gevaar brengen die nodig is voor hypnobirthing.

Gelukkig vinden we een verloskundige bereid om 'toevallig' in de buurt te zijn indien de weeën zouden beginnen.

37 weken zwanger: een echo bij de gynaecoloog. Ze deelt ons mee dat het vruchtwater wat weinig is. De index is 5,6. Dit is reden om de maandag daarop direct te gaan inleiden. We geven aan dat dit niet gaat gebeuren. Die maandag zullen we een telefonisch consult hebben om te kijken of we van mening zijn veranderd. De woensdag daarop een afspraak maken voor een vervolg echo. Bij het planbureau aangekomen blijkt de agenda vol te zitten. De secretaresse neemt contact op met de gyneacoloog die haar vertelt een afspraak voor weer een week verder te maken. We waren bijzonder verbaasd hierover, maar stemden natuurlijk in.

Een second opinion echo bij de verloskundige over het vruchtwater is tegenstrijdig: prima waarde voor de zwangerschapsduur.

Dezelfde dag nog beginnen de weeën. Het zijn oefen-weeën die ongeveer om de 10 minuten kwamen maar niet regelmatig. Ook waren we al begonnen met kolven (week 36), vlak na het kolven zijn ze heviger. Soms zijn ze uren weg. Dit duurt tot vrijdag. We worden ongeduldig want de afspraak op maandag komt dichterbij. En weeën verbergen wordt heel lastig… Toch maar wat haast maken dan en laten strippen. Zaterdag vroeg in de ochtend komt de verloskundige op bezoek: 4 cm ontsluiting. We hebben overlegd en kiezen ervoor om de vliezen te breken.

De verloskundige vertrekt weer en we zetten het bevalbad op. Na twee uur bellen we de verloskundige dat de weeën nog onregelmatig zijn, maar wel veel heftiger en langer, soms wel een kleine 2 minuten lang en gemiddeld om de 6 minuten. De verloskundige komt langs, constateert 9 cm ontsluiting en de persweeën beginnen. We stappen samen in bad en binnen 20 minuten is de baby er. Het gaat allemaal heel snel en te heftig, maar dit komt waarschijnlijk doordat de baby wat bekneld zat met de navelstreng om zijn nek. Bovendien blijkt er ook nog een ware knoop in de navelstreng te zitten. Mijn vrouw voelde dat de baby snel geboren moest worden en dat de verloskundige 'iets' moest doen, maar dat kon ze niet meer duidelijk zeggen. Waarop ze zelf van houding veranderd is, een beetje meer naar rechterzij met als gevolg de geboorte van onze zoon.
De ademhaling komt traag op gang. De verloskundige zuigt wat slijm weg en geeft wat zuurstof bij . Erg spannende minuten trekken voorbij, maar dan begint onze gezonde knul van 3800g/51cm zijn eerste lucht te happen en ademt snel stabiel. Nadat de navelstreng is uitgeklopt hebben we deze doorgeknipt.

Gelukkig, we hebben bereikt wat we wilden bereiken, een zo vredig mogelijke verwelkoming van onze zoon, zonder fratsen en zonder onnodig geboortegeweld.
Men kan zeggen wat men wil, maar onze zoon is bijzonder rustig en tevreden in vergelijking tot onze dochter die met twee plekken op haar schedel van de vacuumpomp ter wereld is gekomen

Vanaf deze plek willen we onze hypnobirthing docente maar vooral onze verloskundige bedanken voor het mogelijk maken van een voor ons zo veilig mogelijke geboorte voor zowel de baby als de moeder.

Met dit verhaal willen we ook laten zien dat, ook met een medische indicatie, een veilige thuisbevalling mogelijk is.